Ongeveer
10 jaar geleden: |
|
Ray
Stacy (Analog Devices):
|
"Het
tempo waarin organisaties leren, kon wel eens de enige duurzame
factor worden die het concurrentievoordeel bepaalt" |
|
|
MIT conferentie van topwetenschappers en topmanagers: |
|
|
"Hoe
kunnen wij organisaties bouwen die continu kunnen leren?" |
|
|
|
"Welk
karaktertype is het meest geschikt om een "lerende organisatie"
te leiden?" |
|
|
|
Sinsdien: |
|
In Amerika, Engeland en de Scandinavische landen is veel geëxperimenteerd
met de ideeën uit deze conferentie met betrekking tot leren en
cultuurverandering. Er zijn twee kernconclusies: Het idee dat organisaties
continu leren tot kerncompetentie moeten maken, is noodzakelijk en
realistisch, maar de implementatie van de principes van de "lerende
organisatie" is zeer problematisch. |
|
|
Nu: |
|
Stacy had gelijk. |
|
Het
bureaucratisch organisatiemodel kan niet meer tot succes leiden in
de huidige maatschappelijke omgeving. |
|
Wij
moeten de capaciteiten en de creativiteit van individuen en die van
de organisatie in samenhang mobiliseren. |
|
De
uitgangspunten van de "lerende organisatie" staan recht
overeind, maar het is kennelijk zeer moeilijk ze duurzaam in praktijk
te brengen. |
|
|
Uitdagingen
voor managers van nu: |
|
Hoe
krijgen wij een lerende houding in onze organisaties? |
|
Hoe
kunnen wij onze activiteiten innovatiever organiseren; dat wil zeggen
minder bureaucratisch, meer participatief of vanuit de netwerkgedachte? |
|
De
komende jaren zal implementatie van "organisatieleren"
als prioriteit op de management-agenda moeten staan .Uitgangspunt
hierbij is de samenhang van strategie,veranderen en leren. |